HUMANEN | Deze groep bestaat uit de letters getekend volgens het model dat ontstond in de begintijd van het humanisme (eind van de 15de eeuw), vooral in Venetië. Kenmerken: een vrij fors beeld met gering contrast tussen dikke en dunne lijnen. De as van de dik-dun verdeling staat schuin naar links, zoals in het handschrift. De schreven eindigen met een stevige, hoekige afsnede. Voorbeeld: Hollandse Mediæval. | |
GARALDEN | De naam van deze groep is samengesteld uit die van de Venetiaanse drukker Aldus Manutius (±1500) en de Franse lettergieter Claude Garamont (±1540). Manutius ontwikkelde de lettermodellen van zijn directe voorgangers en Garamont bouwde daarop voort. De Garalden vertonen daarom veel overeenkomsten met de Humanen. Kenmerken: een matig contrast met vloeiende overgangen. De schreven zijn fijn en eindigen in een afgeronde punt. Voorbeelden: Garamont, De Roos. | |
REALEN | De naam Realen is ontleend aan een karakteristiek van de drukletters uit het midden van de 18de eeuw. Zij waren strenger en zakelijker dan hun voorgangers en ontstonden tijdens de laatste bloei van het absolute koningsschap. De naam is een versmelting van de woorden reëel en royaal. Kenmerken: een gelijkmatige verdeling van dik en dun en een onopvallende 'normale' basisvorm. De as van de dik-dun verdeling staat verticaal. De schreven vloeien gelijkmatig uit de hoofdlijnen en zijn nauwelijks gewelfd. | |
DIDONEN | In enige tientallen jaren rond 1800 ontwikkelden de Franse drukkersfamilie Didot en de Italiaanse drukker Bodoni een lettermodel met de kenmerken van de zogeheten classicistische stijl uit die tijd. De naam van deze groep is een combinatie van de namen van deze meester-drukkers. Kenmerken: sterke nadruk op de verticale lijn, symmetrie, strakke regelmaat en felle zwart-witcontrasten. De schreven zijn zeer dun. Voorbeelden: Bodoni, Arsis. | |
MECHANEN | Het constructieve, mechanische karakter van deze letters overheerst; vandaar de naam. De Mechanen behoren tot de oudste advertentieletters. De eerste soorten ontstonden ten tijde van Napoleons veldtocht in Egypte en werden daarom Egyptienne genoemd. Kenmerken: de hoofdlijnen zijn of lijken overal even dik. De schreven zijn meestal even dik als de hoofdlijnen. | |
LINEAREN | De lettersoorten uit deze groep worden ook wel 'schreeflozen' genoemd. De eersten ontstonden pas in de 19de eeuw en hun opkomst hangt nauw samen met die van het reclame- drukwerk. Kenmerken: opgebouwd uit lijnen die overal even dik zijn of die indruk wekken. Een uitzondering op deze regel vormt de Iris, die wel een duidelijk verschil tussen dik en dun laat zien. | |
INCIEZEN | Onder Inciezen verstaat men een groep van letters, die in hun vorm verwantschap vertonen met (in steen, hout of metaal) gehakte of gesneden letters. De vormen van de letters zijn monumentaler en krachtiger dan die van een gewone romein, maar sierlijker en levendiger dan die van de schreeflozen. Voorbeeld: Pascal. | |
SCRIPTEN | Hieronder verstaat men alle drukletters die het handschrift willen nabootsen. Net als bij echte handschriften zijn de lettersoorten uit deze groep zeer verschillend van karakter. Voorbeelden: Aigrette, Amazone, Gracia, Rondo. | |
MANUAREN | In de lettersoorten van deze groep is duidelijk de hand te herkennen van degene die ze met pen, penseel of een ander instrument tekende. Het gemeenschappelijke kenmerk van de Manuaren is het persoonlijke en oorspronkelijke karakter. Strikt genomen zou men de schrijfletters in deze groep kunnen rangschikken. Maar die bezitten daarnaast nog zo sterke kenmerken, dat die zijn ondergebracht in de groep Scripten. Voorbeelden: Libra, Studio. | |