LETTERZETTEN deel 1
De meest eenvoudige omschrijving van het letterzetten is: met losse loden letters woorden en regels maken. Omdat dit handmatig wordt gedaan, is handzetten een duidelijker omschrijving. Deze term wordt ook gebruikt om een onderscheid te maken tussen handmatig en machinaal zetten. Over het machinaal zetten kunt u elders op deze webstek lezen. In dit eerste deel worden het gereedschap en de materialen, waarmee de handzetter werkt, beschreven. Wat en hoe de handzetter zijn werk doet kunt u in het tweede deel lezen. Sommige woorden zijn cursief en donkerblauw weergegeven. Als u zo'n woord aanwijst wordt een korte verklarende tekst of een plaatje zichtbaar.
 
Het gereedschap
De zetter gebruikt maar twee echte gereedschappen: zethaak en els. In de haak, zoals de zetter hem noemt, worden de regels gezet. De haak heeft een verschuifbaar gedeelte, het klavier, dat met een hefboompje kan worden vastgezet. Door één of meer stukken wit in de haak te zetten en het klavier er tegen aan te schuiven wordt de haak ingesteld op de lengte van de te zetten regels, ofwel de zetbreedte. In de meest gebruikte haak van 30 cm lang is de maximale zetbreedte 48 augustijn.
De els wordt gebruikt bij het aanbrengen van kleine correcties in het zetsel en bij het opbinden van een zetsel. Kleine correcties zijn het vervangen van beschadigde of letters van gelijke breedte, zoals de n en u. In plaats van de els kan een correctietang worden gebruikt. Dat is een soort pincet, waarmee veel gemakkelijker een (kapotte) letter uit het zetsel kan worden genomen om die te vervangen. Meer belangrijke hulpmiddelen dan gereedschappen zijn de zetlijn, galei en augustijn-maatlat. Een galei kan van zink, aluminium of hout zijn. De houten galei wordt alleen gebruikt voor het bewaren van zetsel. Op de metalen galei wordt het verdere werk van de zetter gedaan. Wat dat is kunt u in het tweede deel van dit hoofdstuk lezen. Foto's en een verdere beschrijving van deze gereedschappen kunt u in een apart venster bekijken door hier te klikken.
 
De letter en andere materialen
De letter waarmee wordt gezet, is een metalen staafje met in spiegelbeeld een verhoogd letterbeeld. Dat metaal is een legering van 65% lood, 28% antimonium en 7% tin. In het staafje zit ook een kleine uitsparing, die kerf wordt genoemd en de onderkant van de letter aangeeft. Dat laatste is belangrijk bij het zetten, wat in het tweede deel van dit hoofdstuk wordt uitgelegd. Bij sterk op elkaar lijkende letters worden meerdere kerven aangebracht. Dan is het ook een hulpmiddel bij het distribueren van het zetsel. Alle letters van dezelfde grootte hebben één gemeenschappelijke maat: het corps. Kort gezegd is dat de zijkant, zoals die op de afbeelding hiernaast te zien is. Het corps heeft dus te maken met de grootte van het letterbeeld en wordt in punten aangegeven. De letterhoogte is de totale hoogte van het letterstaafje, ongeacht het corps. Voor meer bijzonderheden van het letterstaafje en letterbeeld kunt u een apart venster openen door hier klikken. Letters voor bijvoorbeeld affiches waren te groot om, vanwege het gewicht, lood te gebruiken. Daarom zijn deze zogeheten biljetletters van hout.
Naast de letters van vele types en corpsen waren ook allerlei andere drukmaterialen beschikbaar. Voorbeelden daarvan zijn allerlei soorten lijnen en ornamenten. Lijnen zijn van koper gemaakt, maar voor eenmalig gebruik ook wel in lood gegoten. Ze werden onder andere gebruikt in tabellen en voor kaders. Ornamenten zijn gegoten staafjes, met een beeld dat de de hele top beslaat. Daardoor kan er een groter ornament en zelfs een kader mee worden gemaakt. Voor een kader zijn voor een goede aansluiting in de hoeken wel speciale hoekstukken nodig. Ook voor verschillende soorten lijnen zijn die nodig. Voorbeelden van ornamenten, lijnen en kaders zijn hier te zien. Andere gegoten materialen zijn bijvoorbeeld halve en hele rondjes, driehoekjes, vierkantjes en accolades in soorten en maten. Er zijn ook accolades van koper uit één stuk of bestaand uit drie losse delen. Met een koperen lijn tussen het middenstuk en de uiteinden kan een accolade van elke gewenste lengte worden gemaakt.
En ander soort materiaal wordt wit genoemd, omdat het lager is dan de letter en niet wordt afgedrukt. Het kleinste wit wordt samen met de letters in een regel gebruikt. Het wit dat tussen de regels of alinea's wordt gezet wordt interlinie en reglet genoemd en is van lood. Een iets ander soort loden wit is het tabelwit, dat ook binnnen het zetsel wordt gebruikt. Het zeer grote formaatwit is gemaakt van ijzer of lichtmetaal.
 
De kast
De letters, leestekens en spaties liggen in een ondiepe lade, die in vakjes is verdeeld. Zetters noemen dat een kast. Elke letter en elk leesteken heeft zijn eigen vakje. Daarnaast zijn er vakjes voor het zogeheten kastwit. Kast omdat het in de kast ligt en wit omdat het niet wordt afgedrukt. Kastwit bestaat uit spaties van verschillende diktes, vierkantjes en kwadraten. Oorspronkelijk bestond de kast uit twee losse delen. Het deel waarin de kapitalen (hoofdletters), cijfers en bijzondere tekens lagen werd bovenkast genoemd en was het kleinst van de twee. Het grotere deel ofwel onderkast was bestemd voor de "kleine" letters (voor vakmensen onderkastletters), de leestekens en het kastwit. Later zijn de twee delen samengevoegd tot één kast, die iets kleiner was dan de twee losse samen. Deze zogeheten driekwartkast heeft de oude kasten helemaal verdrongen, maar is niet de enige kast. Voor weinig toegepaste lettertypen was er de smoutkast, die kleiner is en een andere indeling heeft. Het verschil tussen deze twee kasten, hun indeling en een toelichting daarop kunt u hier bekijken.
Ook voor de hierboven genoemde lijnen, ornamenten en cliché's op voet werden kasten gebruikt. Een lijnenkast is verdeeld in zes gelijke delen, elk met dezelfde indeling. De vakken zijn afgestemd op de standaardlengte van de lijnen, van 6 punten tot en met 24 augustijn. Zo kunnen per kast zes soorten lijnen worden bewaard. Een kast voor ornamenten heeft een indeling, waarbij de meeste vakken van dezelfde maat zijn. Voor het opbergen van cliché's werd een kast zonder vaste indeling gebruikt. Tot slot is er de geriefkast, voor (extra) kastwit van diverse corpsen.
© a.a.j. buisman  /  laatst gewijzigd 23 december 2011